Petri van Otten schreef een stukje over Mia en Bert. Zij hebben gelezen dat er een beurs over uitvaarten plaats gaat vinden in Valkenswaard.
‘Zullen we 24 september naar de uitvaart inspiratiebeurs gaan?’ Mia kijkt haar man over haar bril aan.
‘Naar de uitvaartbeurs? We gaan toch niet dood.’ Bert laat de krant op zijn schoot zakken.
‘Ooit wel.’
‘Ik wil daar niet over nadenken.’ Bert staat op en loopt naar de keuken.
‘Hoezo niet? Het is de enige zekerheid die we hebben.’
‘Zullen we het over iets gezelligs hebben?’ roept Bert vanuit de keuken. ‘Lust jij ook koffie?’
‘Ja, dat is dus zoiets. Koffie en die eeuwige cake erbij.’
‘Hebben we cake?’ Bert steekt zijn hoofd door de deuropening de kamer in en likt zijn lippen af.
‘Nee, we hebben geen cake. Ik bedoel na het afscheid. Als ik doodga, wil ik geen koffie met cake,’ zegt Mia resoluut.
‘Nee, als je dood bent, eet je geen cake. Maar ik wel,’ lacht Bert. ‘Ik ben dol op cake.’
‘Het gaat dan toch om mij. Het is mijn afscheid.’
Mia en Bert roeren zwijgend in hun koffie als de buurman voorbij schuifelt. Ze zwaaien vanachter het raam naar hem.
‘Wat een moedige man. Ik hoorde dat hij hooguit nog een half jaar te leven heeft.’
‘Kijk, en voor zo’n man is zo’n inspiratiebeurs zinvol. Maar toch niet voor ons.’ Bert neemt een slok.
‘Misschien ga jij wel eerder.’ Mia gaat rechtop zitten. ‘In principe zijn we allemaal mensen van de dag.’ Mia duikt weer achter haar computer en scrolt door de Facebookpagina van ester van den hoek UITVAART. ‘Ach kijk nou, wat een leuke ideeën allemaal. Moet je luisteren. Je kunt het vervoer van de kist of wade ook doen in een aanhanger met kever. En er bestaan urnen in de vorm van een pyramide of een twaalfvlak. Is dat niet enig.’
Bert kijkt op. ‘Jeetje Mia, doe niet zo blij. Ik word er een beetje onpasselijk van.’
‘In principe zijn we allemaal mensen van de dag.’
‘Ik vind dat we wel een beetje leven in de dood mogen blazen. Het is de natuur. We moeten stoppen met het afwijzen van het onvermijdelijke. Het is goed om eens te kijken wat er allemaal mogelijk is.’
‘Oké, waar is het te doen?’ Bert blaast zijn ongenoegen van zich af.
‘Bij De Belleman in Valkenswaard. De toegang is gratis en er is koffie, thee en live muziek.’
‘Dat is wel leuk.’ Bert veert op.
‘Oké, ik ga mee. Als je maar weet dat doodgaan wel het laatste is wat ik doe.’
©Petri van Otten – De Verhalen etalage