Petri van Otten schreef een stukje over Mia en Bert. Zij hebben gelezen dat er een beurs over uitvaarten plaats gaat vinden in Valkenswaard.
‘Zullen we 15 mei naar de uitvaart inspiratiebeurs gaan?’ Mia kijkt haar man over haar bril aan.
‘Naar de uitvaartbeurs? We gaan toch niet dood.’ Bert laat de krant op zijn schoot zakken.
‘Ooit wel.’
‘Ik wil daar niet over nadenken.’ Bert staat op en loopt naar de keuken.
‘Hoezo niet? Het is de enige zekerheid die we hebben.’
‘Zullen we het over iets gezelligs hebben?’ roept Bert vanuit de keuken. ‘Lust jij ook koffie?’
‘Ja, dat is dus zoiets. Koffie en die eeuwige cake erbij.’
‘Hebben we cake?’ Bert steekt zijn hoofd door de deuropening de kamer in en likt zijn lippen af.
‘Nee, we hebben geen cake. Ik bedoel tijdens de koffietafel. Als ik doodga, wil ik geen koffietafel met cake,’ zegt Mia resoluut.
‘Nee, als je dood bent, eet je geen cake. Maar ik wel,’ lacht Bert. ‘Ik ben dol op cake.’
‘Het gaat dan toch om mij. Het is mijn afscheid.’
Mia en Bert roeren zwijgend in hun koffie als de buurman voorbij schuifelt. Ze zwaaien vanachter het raam naar hem.
‘Wat een moedige man. Ik hoorde dat hij hooguit nog een half jaar te leven heeft.’
‘Kijk, en voor zo’n man is zo’n inspiratiebeurs zinvol. Maar toch niet voor ons.’ Bert neemt een slok.
‘Misschien ga jij wel eerder.’ Mia gaat rechtop zitten. ‘In principe zijn we allemaal mensen van de dag.’ Mia duikt weer achter haar computer en scrolt door op de Facebookpagina van Ester van den Hoek Uitvaart. ‘Ach kijk nou, wat een leuke ideeën allemaal. En zo duurzaam. Moet je luisteren. Je kan dus een boom uit je laten groeien als je dood bent. Is dat niet enig.’
Bert kijkt op. ‘Jeetje Mia, doe niet zo blij. Ik word er een beetje onpasselijk van.’
‘In principe zijn we allemaal mensen van de dag.’
‘Ik vind dat we wel een beetje leven in de dood mogen blazen. Het is de natuur. We moeten stoppen met het afwijzen van het onvermijdelijke.’
‘Oké, waar is het te doen?’ Bert blaast zijn ongenoegen van zich af.
‘Bij Sapor Smaakpaviljoen in Valkenswaard. En er is gratis koffie, thee en livemuziek.’
‘Dat is wel leuk.’ Bert veert op.
‘Ja toch. En Ester organiseert het in samenwerking met Suzan van de Vorst van Fonckle. Zij is coach in nalatenschap. Daar wil ik het ook weleens met je over hebben.’
‘Oké, ik ga mee. Als je maar weet dat doodgaan wel het laatste is wat ik doe.’